Terug

De rechtsstaat begint thuis – Een gesprek met Pieter Omtzigt

Pieter Omtzigt heeft in zijn lange politieke loopbaan veel tijd doorgebracht in de Raad van Europa. Vanuit die ervaring spreekt hij met een mengeling van betrokkenheid en zorg over de staat van de internationale rechtsorde én de Nederlandse rechtsstaat.

Van optimisme naar erosie

Toen Pieter Omtzigt in 2004 namens het CDA zitting nam in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, bevond het continent zich in een periode van optimisme. “Na de val van de Sovjet-Unie traden landen als Polen, de Baltische staten, Oekraïne en Rusland toe. Het geloof was dat door aardig te doen iedereen langzaam richting democratie en rechtsstaat zou marcheren,” vertelt hij. “Het leek een hoogtepunt van vertrouwen in internationale samenwerking en het einde van de geschiedenis.

Maar dat vertrouwen bleek fragiel. Omtzigt somt voorbeelden op van momenten waarop de Raad van Europa faalde om in te grijpen: de Russische oorlogen in Tsjetsjenië en tegen Georgië, de annexatie van de Krim, de oorlog in de Donbass, de verdrijving van Armeniërs uit Nagorno-Karabach. “Als lidstaat na lidstaat, en dan met name Rusland, Azerbeidzjan en Turkije, systematisch de mensenrechten schendt en zelfs oorlogen voert en mensen verdrijft, zonder dat er consequenties volgen, dan verliest de organisatie als mensenrechtenwaakhond zijn geloofwaardigheid. Dan ben je een papieren tijger.”

Groot in kleine zaken, klein in grote zaken

Een van de structurele problemen ziet Omtzigt in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. “Het Hof is groot in kleine zaken en klein in grote. Het behandelt massa’s individuele klachten, vaak migratiezaken, maar cruciale interstatelijke conflicten over bijvoorbeeld de Russische aanval op Georgië, blijven jarenlang liggen. Daardoor verliest het zijn kernfunctie.”

Hij pleit voor een herprioritering: het sneller en strenger behandelen van grote mensenrechtendossiers, en het daadwerkelijk durven schorsen of uitsluiten van lidstaten die de spelregels met voeten treden. “In elke sportclub word je geroyeerd als je drie keer rood krijgt. Waarom zou dat in een mensenrechtenorganisatie anders zijn?”

Genocide en straffeloosheid

Ook buiten Europa ziet Omtzigt zorgwekkende patronen. Hij wijst op de misdaden van IS. “Voor het eerst sinds de jaren veertig hebben we te maken met een organisatie die openlijk genocide bedrijft. Ze publiceerden filmpjes van onthoofdingen en slavernij. Toch zijn duizenden Europese uitreizigers nooit systematisch vervolgd. Dat is een schandvlek voor het Westen: ze namen deel aan een organisatie die systematisch onthoofde, vermoorde, vrouwen en meisjes tot slaaf maakte.

Omtzigt pleitte daarom voor internationale vervolging, en deed zelfs aangifte bij het Internationaal Strafhof. Maar de politieke wil bleef achter. “Zolang staten hun eigen onderdanen niet vervolgen, geven we het signaal af dat zelfs genocide zonder consequenties kan blijven.”

Debat : Le logiciel espion Pegasus et autres types de logiciels similaires et la surveillance secrete operee par l?Etat presente par M. Pieter OMTZIGT Pays-Bas PPE/DC Rapporteur AS/Jur.

De Nederlandse rechtsstaat onder druk

De internationale ervaringen hebben Omtzigt scherper laten kijken naar de situatie in Nederland. “Je kunt in het buitenland hoogdravend praten over mensenrechten, maar als jongeren hier geen woning kunnen vinden of middeninkomens geen toegang hebben tot rechtsbijstand, dan brokkelt je eigen rechtsstaat af.”

Hij wijst op de toeslagenaffaire, de uitbreiding van bevoegdheden van het Openbaar Ministerie dat zonder tussenkomst van de rechter veel straffen oplegt, en het gebrek aan transparantie bij datakoppelingen door de overheid.

Verder hebben mensen het gevoel dat er met twee maten wordt gemeten. Als boeren met trekkers een snelweg blokkeren blijft vervolging vaak uit. Hetzelfde geldt voor Extinction Rebellion dat alle regels en mazen van de wet kent, terwijl de ‘blokkeerfriezen’ hard worden aangepakt. Dat ondermijnt het vertrouwen in gelijke rechtstoepassing.”

Sociale grondrechten als fundament

Volgens Omtzigt staat of valt de legitimiteit van mensenrechtenbeleid of internationale solidariteit met de binnenlandse rechtsstaat. “Sociale grondrechten – een dak boven je hoofd, bestaanszekerheid, toegang tot recht – zijn de basis. Als die onder druk staan, wordt ook de steun voor de internationale rechtsorde uitgehold.”

Daarom pleit hij voor een nationaal herstelprogramma: investeringen in betaalbare woningen, versterking van de rechtsbijstand en veel betere parlementaire controle op het gebruik van surveillancetechnologie.

“Herstel van vertrouwen is cruciaal”

Voor Omtzigt is de les helder: de internationale rechtsorde kan alleen geloofwaardig zijn als landen hun eigen rechtsstaat op orde hebben. “De Raad van Europa is harder nodig dan ooit, maar kan zijn rol alleen spelen als er intern strenger gehandhaafd wordt. En Nederland moet beseffen dat de rechtsstaat thuis begint. Herstel van vertrouwen is cruciaal – zowel voor onze samenleving als voor onze internationale positie.”

De zwaarste rapporten

Op de vraag welk internationaal rapport hem het meeste heeft aangegrepen, hoeft Omtzigt niet lang na te denken. “Dat was zonder twijfel mijn onderzoek naar IS. Je spreekt slachtoffers die hun hele familie verloren hebben, die zelf als seksslaaf zijn gebruikt of die ternauwernood zijn ontsnapt. Die verhalen gaan door merg en been. En het zwaarste was: je kunt uiteindelijk niets voor ze doen. Nog steeds wonen veel overlevenden in kampen in Irak, terwijl sommige IS’ers terug konden reizen naar Europa. Je ziet het onrecht, maar je handen zijn gebonden.”

Ook het onderzoek naar de moord op de Maltese journaliste Daphne Caruana Galizia was heftig. “Het hele staatsapparaat van Malta begon tegen te werken. Je voelt aan alles dat je in een wespennest stapt.” En dan was er nog de corruptiezaak waarin Azerbeidzjan ook leden van Omtzigts eigen EVP-fractie beïnvloedde en omkocht. “Dat raakt je extra hard. Het ging niet om ‘ver weg’, maar om directe collega’s. Ik zat in een fractie op een plek die mensenrechten moest waarborgen, maar ik kon mijn eigen directe collega’s niet vertrouwen.”

Druk en tegenwerking

Omtzigt benadrukt dat politieke druk bij het werk hoort. “Als rapporteur moet je altijd bereid zijn om ministers te spreken, om naar partijen in een land te luisteren. Invloed uitoefenen is hun goed recht. De vraag is: hoe ga je ermee om? Laat je je sturen, of houd je vast aan de feiten?”

Die houding kostte hem vaak veel energie en politieke strijd. Toch beschouwt hij het als een kern van democratisch werk. “Zonder weerstand is er geen controle. Maar de prijs is hoog: tegenwerking, bedreigingen en soms het gevoel dat je alleen staat.”

Corruptie in de Raad van Europa

Een van de meest gevoelige dossiers waar Omtzigt aan werkte, betrof de zogenaamde “caviar diplomacy” van Azerbeidzjan. “Ik ontdekte dat ook een aantal leden van mijn eigen EVP-fractie door Azerbeidzjan was beïnvloed en omgekocht,” vertelt hij. Het ging niet om randfiguren, maar om parlementariërs die belangrijke posities bekleedden binnen de Raad van Europa. Daarmee raakte de geloofwaardigheid van het instituut rechtstreeks in gevaar.

Omtzigt koos voor de aanval door de zaak niet stil te houden, maar publiekelijk aan de orde te stellen. “We verzamelden steun, eisten een onafhankelijk extern onderzoek en ik stelde in de Raad vragen in het openbaar. Daarmee dwong ik transparantie af en kon ik het onderwerp niet zomaar laten verdwijnen achter gesloten deuren.” Het maakte hem niet geliefd bij de betrokkenen, die hun posities gebruikten om hem onder druk te zetten en zijn werk te frustreren. “Maar zwijgen was geen optie. Juist omdat de corruptie zich midden in de organisatie afspeelde, moest het naar buiten gebracht worden. Ik begreep hoe klokkenluiders zich moesten voelen.”

Debat : Le logiciel espion Pegasus et autres types de logiciels similaires et la surveillance secrete operee par l?Etat presente par M. Pieter OMTZIGT Pays-Bas PPE/DC Rapporteur AS/Jur.

Klokkenluiders: onmisbare maar onbeschermde stemmen

Een terugkerend thema in Omtzigts werk is de positie van klokkenluiders. “Als er geen cultuur is waarin klokkenluiders beschermd en gewaardeerd worden, verandert er niets. En dat geldt ook voor Nederland. Kijk naar de toeslagenaffaire: daar zijn de klokkenluiders gewoon ontslagen, soms om futiele redenen. Dat is misschien wel het pijnlijkste dossier dat we gehad hebben.”

Volgens Omtzigt is er meer nodig dan wetgeving: er moet een fundamentele cultuurverandering komen. “We behandelen burgers te vaak als consumenten, niet als actieve deelnemers aan de samenleving. Sinds de Paarse kabinetten is die verhouding scheefgegroeid. We hebben dringend een nieuw sociaal contract nodig.”

Een samenleving van bubbels

Hij maakt zich zorgen over de sociale samenhang. “We denken een egalitair land te zijn, maar dat zijn we niet. We leven in bubbels, gescheiden door opleidingsniveau, inkomen en woonwijk. Vroeger had je instituties zoals kerken en brede sportverenigingen waar mensen elkaar ontmoetten, nu zijn die weggevallen. Het gevolg is dat we elkaar niet meer begrijpen.”

Dat gebrek aan gedeelde ervaring vertaalt zich volgens Omtzigt ook in de politiek. “Het vertrouwen in instituties neemt af. En zonder vertrouwen wordt de democratie uitgehold.”

Hervorming van de Raad van Europa

Zijn internationale ervaring sterkt hem in de overtuiging dat ook instellingen zoals de Raad van Europa hervormd moeten worden. “Fundamentele vrijheden moeten keihard beschermd worden. Maar er moet ook een duidelijke marge van appreciatie komen, ruimte voor landen om eigen keuzes te maken. Nu is het vaak allebei half: kleine zaken krijgen alle aandacht, terwijl grote schendingen onder de radar blijven.”

Hij pleit voor een grondige discussie over de rol van internationale organisaties. “De internationale rechtsorde staat onder grote druk omdat landen ongestraft de afspraken aan hun laars mogen lappen en de rest ernaar kijkt en erbij staat.

De staat van de Nederlandse democratie

Omtzigt trekt de lijn door naar Nederland. Hij schetst een zorgelijk beeld: te weinig checks and balances, een zwakke parlementaire cultuur, een complexe wetgeving die nauwelijks te behappen is met de beperkte ondersteuning die Kamerleden hebben. “De doorstroom van Kamerleden is veel te groot geworden. Wetgeving stapelt zich op, maar parlementariërs krijgen te weinig tijd en middelen om hun werk goed te doen.”

Daarom pleit hij voor een versterking van het parlement, meer ondersteuning en een steviger rol voor onafhankelijke instituties. Ook zou Nederland volgens hem een eigen constitutioneel hof moeten hebben. “We zijn het enige land dat het EVRM als passieve grondwet ziet. Dat maakt ons kwetsbaar. We moeten veel waakzamer zijn, ook, nee juist tegenover de overheid.”

Europa’s afnemende invloed

Naast de interne problemen van de democratie wijst Omtzigt op de geopolitieke realiteit. “Europa had aan het begin de 20e eeuw nog vijfentwintig procent van de wereldbevolking en was economisch oppermachtig. Nu zijn we een veel kleiner, minder invloedrijk continent geworden, economisch afhankelijk van anderen. Toen Trump met tarieven zwaaide, bleek hoe kwetsbaar we zijn. Dat had een wake-up call moeten zijn, maar we zijn gewoon weer in slaap gevallen.”

De constatering is ontnuchterend: Europa speelt geen hoofdrol meer in de wereldorde, maar gedraagt zich alsof dat nog wel zo is. “We moeten ons opnieuw bezinnen op wat we kunnen en willen bijdragen. Want als we blijven doen alsof alles hetzelfde is gebleven, dan raken we definitief buitenspel en veranderen we van speler in speelbal.

Persoonlijke balans

Terugblikkend op ruim twintig jaar internationale politiek benadrukt Omtzigt ook de persoonlijke tol. “Politiek werk combineren met een gezin is zwaar. Je bent altijd onderweg, altijd aan het werk. Dat is soms moeilijk uit te leggen thuis.” Hij schetst hoe de werkdruk soms overweldigend was. “Ik had vaak het gevoel dat ik er alleen voor stond. De dossiers waren enorm complex en stapelden zich op: corruptie, mensenrechten. Vooral in de tijd dat ik in Den Haag met het toeslagenschandaal bezig was en met ‘functie elders’ te maken kreeg en tegelijkertijd in Europa bezig was met een gevecht tegen corruptie in eigen kring, een moordonderzoek in Malta en een onderzoek naar Poetin op aangeven van Vladimir Kara Murza, die zelf gevangen zat, was heel pittig.

Toch overheerst bij hem de overtuiging dat het werk noodzakelijk is. “De democratie functioneert niet vanzelf. Je moet er elke dag opnieuw voor vechten.”

Een boodschap aan de nieuwe generatie

Aan het einde van het gesprek richt Omtzigt zich tot toekomstige parlementariërs. “Verwacht niet dat het systeem vanzelf de grote problemen oplost. Het huidige politieke bestel schiet tekort. Het vraagt moed om je eigen rol serieus te nemen, om door te zetten tegen druk en tegenwerking.”

Zijn kernboodschap: herstel van vertrouwen – in de politiek, in de instituties, en in de samenleving zelf. “Zonder vertrouwen is er geen democratie. Dat geldt in Nederland, maar net zo goed in Europa en daarbuiten.”

schrijf je in voor onze online nieuwsbrief

Ontvang de nieuwste artikelen, opiniestukken, podcasts en columns als eerste in je mailbox. Meld je aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief!

Schrijf je in