Tussen controle en vertrouwen: waarom wij het Inlichtingenbureau onderzochten
Wie in Nederland een beroep doet op de overheid, moet zichzelf volledig openstellen. Het aanvragen van een bijstandsuitkering betekent formulieren, bewijsstukken en bankafschriften aanleveren. De gemeente weet alles: je woonsituatie, vermogen, vakanties en auto. Minder bekend is dat die gegevens niet door de gemeente zelf worden geanalyseerd, maar door een organisatie waar vrijwel niemand van heeft gehoord: het Inlichtingenbureau – inmiddels omgedoopt tot Bureau InformatieDiensten Nederland (BIDN).
Dat onzichtbare karakter gecombineerd met de grote impact op het leven van kwetsbare burgers, is precies de reden waarom het Wetenschappelijk Bureau Nieuw Sociaal Contract (WB-NSC) besloot een onderzoek te starten. BIDN speelt een centrale rol in het sociaal beleid van gemeenten, maar doet dat als zelfstandige stichting, zonder directe democratische controle of heldere publieke verantwoording. Wat betekent dat voor burgers? Voor privacy en rechtsbescherming? En wat zegt dat over de staat van onze uitvoerende macht?
De armste mensen, de rijkste bureaucratie
Een alleenstaande ouder met twee kinderen, een deeltijdbaan en een aanvullende uitkering moet jaarlijks gemiddeld achttien formulieren invullen, gegevens aan zeven instanties leveren, en voortdurend op haar hoede zijn voor fouten. Tegelijkertijd beschikken gemeenten over een gedetailleerd, automatisch gegenereerd databeeld dat burgers stilzwijgend maar doorlopend en diepgravend in de gaten houdt.
Dat deze informatie op tafel komt via BIDN is iets wat maar weinigen weten. Toch is het BIDN inmiddels een onmisbare schakel geworden in het controleren van ruim 400.000 uitkeringsgerechtigden. De organisatie koppelt datasets van onder meer het UWV, de RDW, de Belastingdienst en gemeenten, en gebruikt algoritmen om signalen af te geven over burgers. Niet over hun gedrag of intenties, maar over hun ‘onderzoekswaardigheid’.
De harde lijn van achter het scherm
In de meeste gemeenten betekent zo’n signaal: vervolgonderzoek. In sommige gevallen zelfs: direct stopzetten van de uitkering of opleggen van een boete. Voor het grote publiek werd dit zichtbaar door de ‘’boodschappenaffaire’’ in de gemeente Wijdemeren. Daar werd een vrouw gekort omdat ze wekelijks boodschappen van haar moeder kreeg en daardoor volgens de gemeente te weinig van haar uitkering uitgaf aan levensonderhoud. De rechter corrigeerde de hoogte van de boete, maar het signaal was duidelijk: de gemeente kan tot ver achter de voordeur meekijken en hard ingrijpen met dank aan de signalen van het Bureau InformatieDiensten Nederland.
Daarbij komt dat het toezicht op BIDN – ondanks de gevoelige aard van haar werk – versnipperd en beperkt is. De Autoriteit Persoonsgegevens uitte herhaaldelijk zorgen over grootschalige voertuigcontroles zonder concrete verdenking. Maar de praktijk werd niet aangepast. Gemeenten, de formele opdrachtgevers, zijn de facto zó afhankelijk van BIDN, en hebben dus weinig alternatieven of middelen om kritisch te blijven op de dienstverlening. En burgers? Die kunnen slechts via hun gemeente om inzage vragen, en eventuele klachten worden intern afgehandeld zonder onafhankelijke bezwaarprocedure.
Geen kwaad opzet – wel structurele risico’s
Bij het veiligstellen van bestaanszekerheid en goed bestuur zijn de uitvoeringsorganisaties even belangrijk als de wetteksten en bestuursmaatregelen. We moeten kritisch zijn op de uitvoering omdat juist daar het grijze gebied ontstaat waar burgers tussen wal en schip kunnen vallen. BIDN is geen private leverancier van telefonie of parkeerbeheer, maar het proces op basis waarvan wordt bepaald wie recht heeft op ondersteuning voor de meest basale bestaanszekerheid.
Zolang BIDN opereert als stichting buiten het bereik van het parlement, de Ombudsman en de Wet open overheid, bestaat het risico dat grove fouten, rechtsongelijkheid en willekeur bij de uitvoering door gemeenten zich onzichtbaar kunnen opstapelen. Precies de zaken die we na het toeslagenschandaal kostte wat kost willen voorkomen. Ook toen was er sprake van automatisering zonder tegenspraak, van goedbedoelde systemen met verwoestende uitwerkingen. Daar moeten we dus kritisch op blijven.
BIDN is geen losstaand probleem, maar een symbool voor een bredere ontwikkeling: het digitaliseren van bestuurlijk wantrouwen. In naam van efficiëntie en fraudebestrijding worden steeds meer besluiten genomen op basis van datakoppelingen, algoritmen en voorspellende modellen. Steeds vaker zonder menselijke blik, zonder ethische toets, en zonder dat burgers snappen waarom er iets gebeurt – laat staan hoe ze zich kunnen verweren.
Een bijdrage aan het noodzakelijke debat
Het Bureau InformatieDiensten Nederland is ooit ontstaan uit het idee dat we fraude efficiënt en geautomatiseerd konden bestrijden. Maar dat idee is ingehaald door de werkelijkheid van het toeslagenschandaal. De data zijn gevoeliger geworden, de algoritmen complexer, en de maatschappelijke schade bij fouten groter. We kunnen morele en politieke vraagstukken niet enkel beantwoorden met een technische oplossing.
Is het wenselijk dat een private stichting deze rol vervult? Kunnen we verantwoord omgaan met geautomatiseerde besluitvorming als het gaat om de meest kwetsbare burgers? En welke waarborgen zijn nodig om misstanden in de toekomst te voorkomen?
Het Wetenschappelijk Bureau Nieuw Sociaal Contract hoopt met het aankomende rapport over dit onderwerp de aanzet te geven tot die discussie. Omdat een overheid die haar burgers wil vertrouwen, zelf ook transparant en controleerbaar moet zijn.