Tijdens het lustrumprogramma van het 35-jarige bestaan van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten in Amsterdam volgde ik als redacteur van het Wetenschappelijk Bureau NSC een bijeenkomst over factchecking. Deze workshop gaf een breed overzicht van de gereedschapskist waarover moderne onderzoeks-journalisten beschikken om beweringen, beelden en bronnen te controleren. Van klassieke verificatie tot geavanceerde OSINT-technieken en AI-ondersteuning.
Factchecking: meer dan feiten controleren
De docent, Michael Opgenhaffen, begon met een essentieel onderscheid: factchecking is niet hetzelfde als de routineuze journalistieke check die hoort bij elk nieuwsverhaal, zoals hoor en wederhoor. Een factcheck is een zelfstandige journalistieke activiteit rondom één claim of citaat waarbij de controle zelf het onderwerp vormt. Journalistieke checks zijn ingebed in het productieproces. Factchecks hebben als doel het publiek te beschermen tegen verkeerde informatie en politieke uitspraken op hun juistheid te toetsen.
De workshop liet zien dat moderne factchecking veel verder gaat dan het nagaan of een feit klopt. Journalisten moeten ook de context, interpretatie en timing verifiëren. Een foto kan authentiek zijn, maar verkeerd geduid (zoals het door de docent gegeven voorbeeld van gele-hesjes-demonstranten die werden gepresen-teerd als asielzoekers in Marseille) of simpelweg jaren oud zijn. Het gaat dus om wat je ziet, wie iets zegt, waarom het gedeeld wordt én wanneer.
De explosieve groei van factchecking
Sinds 2016 is het aantal factcheckorganisaties wereldwijd bijna verdrievoudigd. De workshop verbond dat aan drie grote golven: de eerste verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president, het third-party-factcheckingprogramma van Meta en de COVID-19-pandemie, die een ongekende hoeveelheid desinformatie creëerde.
Sinds 2022 stabiliseert het aantal factcheckorganisaties, maar de druk op redacties blijft hoog. AI heeft de laatste jaren en maanden een grote vlucht genomen en versnelt de productie van deepfakes en misleidende beelden, terwijl gebruikers ondertussen vaker een AI-assistent (zoals Grok op X) vragen of iets “waar” is en antwoorden krijgen die lang niet altijd kloppen.
Wat ga je factchecken?
Niet elke misleidende claim rechtvaardigt een factcheck. De docent benadrukte dat journalisten alleen tijd moeten investeren wanneer een bericht een kritische massa bereikt, maatschappelijke impact heeft of potentieel gevaarlijk is (bijvoorbeeld rondom misleidende gezondheidsclaims).
Daarom starten professionele teams hun dag met systematische monitoring. Ze scannen nieuwsmedia, parlementaire debatten, sociale media en platformen waar misinformatie vaak als eerste opduikt. Een groeiend arsenaal aan hulpmiddelen helpt hierbij.
De toolbox van de moderne factchecker
- FactRank/Factcheck – automatisch claims opsporen
Het Nederlandse factcheckplatform FactRank, geïnspireerd op het Amerikaanse Claimbuster, is een van de gereedschappen die uitgebreid werden besproken. De tool detecteert “factcheck-waardige” uitspraken op basis van AI en scant onder meer tv, radio, parlementaire debatten en nieuwsprogramma’s. Claims worden op basis van kansberekening ingedeeld op hun “checkbaarheid” en voorzien van een score die aangeeft hoe relevant ze zijn voor verificatie.
Daarnaast kan de tool:
- bestaande factchecks koppelen aan nieuwe uitspraken (om dubbel werk te voorkomen),
- eigen documenten, speeches of persberichten analyseren op mogelijke claims,
- YouTube-video’s automatisch transcriberen en markeren.
Voor redacties die factchecking willen integreren in hun workflow is dit een direct toepasbaar instrument.
Een ander factcheck tool die werd belicht is de BENEDMO.eu factcheck database. Deze website verzamelt alle internationale factchecks die in het verleden zijn gepubliceerd. Deze tool is dus goed te gebruiken om dubbel werk te voorkomen. Daarnaast geeft het een overzicht van en inzicht in de soort claims en de factchecks erop.
- OSINT-technieken voor foto’s en video’s
Een groot deel van de workshop was verder gewijd aan visuele misinformatie, omdat virale video’s en foto’s vaak de grootste impact hebben.
De docent behandelde systematisch de mogelijke aanwijzingen dat er iets niet klopt bij ieder beeld: tijdstip, locatie, manipulatie, verkeerde interpretatie, AI-generatie of het gebruik van oude beelden in een nieuwe context.
De gebruikte tools:
- Google Images / Bing / Yandex voor reverse image search
- TinEye, vooral nuttig om de als eerste gepubliceerde afbeelding te vinden
- InVID/WeVerify om video’s in frames op te knippen en afzonderlijk te doorzoeken
- HiveModeration.com en andere AI-detectors als indicatie voor AI-generatie
- Image Whisperer voor manipulatieanalyse en locatietracering
Geen enkele tool geeft echter een volledig antwoord en onderzoeksjournalisten gebruiken daarom een combinatie van technieken. Daarnaast herkennen AI-detectors soms generatieve beelden maar missen ze vaak subtiele fotobewerking gedaan met Photoshop. Ook daarom blijft menselijke beoordeling essentieel.
- De zoektocht naar ‘patient zero’
De meest robuuste methode voor verificatie is het achterhalen van de oorspronkelijke bron – patient zero. Door te zoeken naar de oudste versie van een beeld of uitspraak kan een journalist manipulatie of verkeerde context ontmaskeren. Dit kan verrassend ver teruggaan, zoals bij virale video’s die jaren na dato opnieuw circuleren en dan in een andere politieke context worden geplaatst.
- Expert-verificatie en contactacquisitie
Factchecking is niet alleen digitaal speurwerk. Soms vereist een claim een deskundige toelichting. De workshop toonde hoe journalisten via LinkedIn kunnen zoeken, filteren op locatie en werkgevers, en met behulp van de tool Lusha snel betrouwbare experts kunnen vinden of direct contactgegevens kunnen achterhalen.
Een voorbeeld: om te verifiëren of de cockpitdeur van een Airbus van binnenuit vergrendeld kan worden (naar aanleiding van de Germanwings-crash), kun je gericht piloten zoeken op functietitel en locatie, en hen direct benaderen voor technisch commentaar.
Ethiek, privacy en de rol van AI
De workshop besteedde ook aandacht aan de grenzen van digitale verificatie. Een tool als Lusha is krachtig, maar vraagt om zorgvuldige omgang met privacy, proportionaliteit en redactionele verantwoordelijkheid.
AI kan ondersteunen – bij transcriberen, zoeken en patroon-herkenning – maar mag nooit de menselijke eindcontrole vervangen. De docent waarschuwde dat AI-systemen regelmatig overtuigende maar foutieve antwoorden geven, en dat journalisten hun gezonde verstand moeten blijven gebruiken en de verantwoordelijkheid niet op AI-systemen kunnen afschuiven.
Een veranderend landschap, maar dezelfde opdracht
De workshop eindigde met een oproep om factchecking structureel te integreren in het dagelijkse journalistieke werk. Dit betekent:
- “factcheck-waardige” uitspraken monitoren via FactRank,
- reverse-image-onderzoek standaardiseren,
- patient-zero-methodiek consequent volgen,
- AI gebruiken als hulpmiddel, niet als scheidsrechter,
- bevindingen altijd zorgvuldig documenteren en transparant communiceren.
Voor een organisatie als het Wetenschappelijk Bureau NSC, waar betrouwbaarheid, transparantie en zorgvuldigheid centraal staan, biedt deze gereedschapskist een stevige basis. De workshop maakte duidelijk dat bescherming tegen desinformatie vraagt om vakmanschap, discipline en een kritische blik. Met de juiste tools, methodiek en expertise is het goed mogelijk om orde te scheppen in de digitale ruis en op die manier bij te dragen aan een op feiten gebaseerd democratisch debat. Mensen wordt vaak verteld dat ze kritisch moeten zijn op informatie. Met dit artikel geven we ze hopelijk de tools in handen om zelf te experimenteren met factchecken.