Een Russische dissident over 25 jaar Poetinisme en Europese verantwoordelijkheid
Op het symposium Undermining of the Rule of Law in Europe dat het Wetenschappelijk Bureau NSC in samenwerking met NSC op 8 oktober 2025 in Scheveningen organiseerde, sprak Vladimir Kara-Murza met de kalmte en scherpte die hem kenmerken. Hij sprak óók met de morele autoriteit van iemand die de prijs van verzet letterlijk heeft betaald. De prominente Russische oppositiepoliticus, historicus en voormalig politiek gevangene zat tot augustus vorig jaar nog in een Siberische isolatiecel, veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf wegens “verraad”. Eerder overleefde hij twee vergiftigingen. Inmiddels is hij vrij na een internationale gevangenenruil en werd hij onderscheiden met de Václav Havelprijs (2022) en de Pulitzerprijs (2024).
Dat hij nu in Scheveningen staat – op een plek die voor hem onlosmakelijk verbonden is met de berechting van oorlogsmisdadigers – geeft zijn verhaal extra lading. “Ik heb dit stadsdeel vaak genoemd zien worden in het nieuws,” zei hij. “Voor mij staat het voor de hoop dat ook de machtigen uiteindelijk rekenschap moeten afleggen.”
Geen ‘vroege’ en ‘late’ Poetin
Kara-Murza rekende in zijn lezing af met wat hij een wijdverbreide mythe noemt: het idee dat Vladimir Poetin ooit een hervormingsgezinde modernisator was die later ontspoorde. Volgens hem was het vanaf het begin duidelijk welk pad Poetin zou inslaan. Hij verwees naar een symbolisch moment: 20 december 1999, toen Poetin als kersverse premier een herdenkingsplaquette onthulde voor Joeri Andropov, de voormalige KGB-chef die onder meer verantwoordelijk was voor repressie en ‘punitieve psychiatrie’. “In Rusland zijn symbolen belangrijk,” zei Kara-Murza. “En Poetin koos dit symbool niet toevallig.” Ook het snelle herstel van het Sovjetvolkslied als nationaal symbool en de daaropvolgende systematische afbraak van onafhankelijke media pasten in dat patroon. Binnen drie jaar nadat Poetin was aangetreden, waren alle landelijke televisiezenders onder staatscontrole gebracht. “Dictaturen haten satire en onafhankelijke journalistiek,” zei Kara-Murza droog.
Het ‘plukken van de kip’: hoe een democratie van binnenuit wordt uitgehold
De afbraak van de Russische democratie verliep volgens Kara-Murza niet met een staatsgreep, maar juist volgens Mussolini’s advies: “pluk de kip veer voor veer, zodat hij minder kakelt.” Het eerste slachtoffer was de vrije pers. Daarna volgden de oligarchen die politieke partijen financierden, zoals Mikhail Chodorkovski, in 2003 opgepakt en demonstratief in een metalen kooi op tv getoond. Het jaar eindigde met parlementsverkiezingen die volgens internationale waarnemers “vrij maar zeker niet eerlijk” waren. Het parlement werd een applausmachine en niet langer een plek voor debat.
Volgens Kara-Murza waren daarbij twee krachten doorslaggevend: binnenlandse onverschilligheid en buitenlandse wegkijkpolitiek. Door de stijgende olieprijzen verbeterde de economie en keken de burgers in de grote steden weg. Tegelijkertijd lieten Westerse leiders Poetin begaan – vaak voor geopolitiek gemak of economische belangen. “Voor te veel politici was hun ontbijtspek belangrijker dan mensenrechten,” citeerde Kara-Murza de Sovjet-dissident Vladimir Boekovski.
Van interne repressie naar externe oorlog
De kern van Kara-Murza’s analyse is dat binnenlandse repressie en buitenlandse agressie onlosmakelijk verbonden zijn. Wie burgers onderdrukt, zal grenzen schenden. De annexatie van de Krim in 2014 en de grootschalige invasie van Oekraïne in 2022 waren volgens hem logische uitkomsten van jarenlange westerse twijfel en verzoeningspolitiek.
Daarom was het voor hem van grote betekenis dat de Raad van Europa vorig jaar officieel vaststelde dat Poetin sinds 7 mei 2023 illegitiem aan de macht is, na een ad-hominem-grondwetswijziging die hem persoonlijke ontheffing van termlimieten verleende. Deze historische resolutie, opgesteld door Pieter Omtzigt en bijna unaniem aangenomen, was voor Kara-Murza in de gevangenis een van de weinige lichtpuntjes. “Het was een bevestiging dat twee plus twee nog steeds vier is,” zei hij. “Dat de wereld niet volledig is meegesleurd in cynisme.”
De Magnitsky-beweging: van morele woede naar wetgeving
Een belangrijk deel van de toespraak was gewijd aan de internationale Magnitsky-wetgeving, die misdadigers en corrupte ambtenaren sanctioneert door hen de toegang tot Westerse banken en bezittingen te ontzeggen. Kara-Murza werkte jarenlang nauw samen met Bill Browder en Pieter Omtzigt om deze wetten door te voeren in Europa. “De grootste export uit Rusland is niet gas of olie, maar corruptie,” zei hij. Maar corruptie kan slechts worden geëxporteerd als anderen bereid zijn ze te importeren.
Dat inmiddels 35 landen Magnitsky-wetgeving kennen – waaronder alle EU-lidstaten – is volgens hem mede te danken aan Omtzigts vasthoudendheid. “Zonder zijn leiderschap waren we nooit zo ver gekomen.”
Een oproep tot morele helderheid
Aan het slot van zijn toespraak keerde Kara-Murza terug naar het belang van duidelijkheid. Westerse democratieën moeten niet langer de legitimiteit verlenen die Poetin met machtsmisbruik, vervalste verkiezingen en onderdrukking onmogelijk heeft gemaakt. Hij riep op tot consequente toepassing van de resoluties van de Raad van Europa en het Europees Parlement, tot versterking van het aangekondigde speciale tribunaal voor de misdaad van agressie, en tot consequente handhaving van Magnitsky-sancties.
Terwijl hij het publiek toesprak, was voelbaar dat zijn woorden niet alleen analytisch waren, maar ook persoonlijk. “Duizenden Russen zitten in de gevangenis omdat ze weigerden te zwijgen,” zei Kara-Murza. “Het minste wat wij kunnen doen, is niet zwijgen over de waarheid.”
