De klap kwam hard aan. Op 29 oktober verloor Nieuw Sociaal Contract al haar zetels in de Tweede Kamer, terwijl het CDA spectaculair groeide van 5 naar 18 zetels. Voor velen leek dit het einde van het experiment-Omtzigt, en eerlijk gezegd viel die gedachte ook bij mij even binnen. Toch is die conclusie voorbarig – misschien zelfs voorbarig juist omdat ze zo voor de hand ligt.
Een stevige filosofische bodem
NSC is geen partij die zomaar ontstond uit onvrede of opportunisme. Wie de grondgedachten van de partij doorleest, en dan bedoel ik echt doorleest tot in de voetnoten, ontdekt een doordacht mensbeeld dat wortelt in het personalisme – een filosofische traditie die de mens niet reduceert tot individu of systeemdeeltje, maar ziet als persoon: uniek, relationeel en verantwoordelijk.
Dit klinkt misschien abstract. Maar het toeslagenschandaal illustreert wat er gebeurt wanneer dit mensbeeld ontbreekt: algoritmes verklaarden duizenden burgers fraudeur zonder menselijke toetsing. De Rotterdamse ombudsman noemde dit “systeemgeweld”. Het personalistische alternatief dat NSC voorstaat is even helder als radicaal: geen brieven op de mat gebaseerd op onzichtbare algoritmes, maar persoonlijke situaties die menselijk en betrokken worden bekeken.
Het mag vreemd lijken om in een politiek stuk een negentiende-eeuwse Russische romanschrijver te noemen, maar Fjodor Dostojevski verwoordde deze inzichten al lang voor het personalisme als filosofische stroming bestond. In De Gebroeders Karamazov illustreert Ivan Karamazov de moderne neiging om “de mensheid” abstract lief te hebben terwijl concrete medemensen irriteren. Zijn Grootinquisiteur toont hoe ideologische liefde voor “het volk” kan ontaarden in paternalistische dwang; Aljosja daarentegen biedt concrete nabijheid aan het sterfbed en troost voor kinderen – zonder grote woorden.
Dat Dostojevski dit schreef voordat denkers als Max Scheler en Jacques Maritain het personalisme filosofisch uitwerkten, zegt iets. Dietrich von Hildebrand zou later schrijven over het onderscheid tussen het authentieke zelf en de vlucht in zelfbedrog – precies wat Dostojevski’s starets Zosima bedoelt met zijn oproep om nooit te liegen, vooral niet tegen jezelf. Het gaat hier niet om een kunstmatige ideologie maar om iets dat mensen steeds opnieuw ontdekken als ze eerlijk nadenken over wat een mens eigenlijk is.
Epistemische deugden
Wat NSC verder onderscheidt is de nadruk op epistemische deugden – deugden die bepalen hoe we omgaan met kennis en onzekerheid. Intellectuele eerlijkheid: geen feiten selectief gebruiken. Intellectuele bescheidenheid: erkennen wat je niet weet. Intellectuele moed: durven toegeven wanneer je je vergist hebt. Epistemische rechtvaardigheid: iedereen serieus nemen als bron van kennis, ook gewone burgers.
Zosima’s vermaning klinkt simpel, maar in de politieke praktijk is eerlijkheid tegenover jezelf allerminst vanzelfsprekend. Diezelfde deugden zijn ook van belang voor NSC zelf: in de manier waarop leden intern debatteren, fouten erkennen en samen leren.
Complementair aan het CDA
De relatie tussen NSC en CDA wordt vaak verkeerd begrepen. Ze zijn geen concurrenten maar complementaire erfgenamen van dezelfde traditie – beide geworteld in christelijk-sociale grondslagen, maar met een verschillende presentatie en een ander primair publiek.
Het CDA functioneert als expliciete waardengemeenschap: duidelijk christelijk in het publieke debat, historisch geworteld in christelijke organisaties, en gericht op kiezers die hun geloofsovertuiging politiek willen vertalen. NSC deelt verwante grondslagen – wie de voetnoten leest, ziet de verwijzingen naar de katholieke sociale leer – maar presenteert ze in seculiere taal, toegankelijk en aantrekkelijk voor iedereen ongeacht levensbeschouwing. Beide partijen combineren normatieve visies met concrete beleidsvoorstellen; het verschil ligt vooral in toonzetting en doelgroep.
Die verschillende presentatie maakt samenwerking juist vruchtbaar. Het CDA kan vrijuit spreken over christelijke inspiratie; NSC kan dezelfde principes vertalen naar een breder publiek zonder ze te verloochenen. Niet het een óf het ander, maar beide stemmen in hetzelfde gesprek.
De waakhondfunctie na het zetelverlies
Paradoxaal genoeg biedt het verlies van Kamerzetels nieuwe mogelijkheden. Waar het CDA waarschijnlijk regeringsverantwoordelijkheid zal dragen, kan NSC precies díe kritische rol vervullen die een regeringspartij niet kan waarmaken.
Via het Europees Parlement kan NSC de AI Act bewaken en digitale rechten verdedigen. Via gemeenteraden kan algoritme-toezicht worden geagendeerd en lokale bestaanszekerheid concreet gemaakt. Via maatschappelijk activisme kunnen misstanden worden aangekaart. NSC kan opereren als ‘luis in de pels van de macht’ – met politieke wortels en democratische legitimatie via lokale en Europese vertegenwoordiging.
Wat dit vraagt van leden
Die nieuwe rol vraagt concrete keuzes van iedereen die zich bij NSC betrokken voelt. Leden kunnen deze waakhondfunctie waarmaken door zich lokaal te organiseren, bij te dragen aan thematische werkgroepen rond bestaanszekerheid of data-ethiek, en deel te nemen aan moreel beraad over de epistemische deugden waar dit stuk over gaat. Zo wordt NSC niet alleen een partij die systeemkritiek formuleert, maar een gemeenschap die in het klein oefent wat in het groot nodig is. Het lidmaatschap is daarbij geen formaliteit maar een keuze om mee te bouwen aan iets dat verder reikt dan de volgende verkiezingsuitslag.
De toekomst
Het bestaansrecht van NSC ligt niet in zetelaantal maar in een unieke functie: een gedegen filosofische grondslag, een helder mensbeeld, en de capaciteit om systeemkritiek te leveren die parlementaire partijen vaak te laat oppakken.
Dostojevski biedt geen technische handleiding voor bestuurlijke hervorming. Wat hij wel biedt is existentiële fundering. NSC’s hervormingen zijn alleen effectief als ze gedragen worden door mensen die Zosima’s eerste les hebben begrepen: begin bij eerlijkheid tegenover jezelf. Alleen dan kun je dienen zonder te overheersen, vernieuwen zonder te vernietigen.
Of dat lukt, zal moeten blijken. Maar de poging is het meer dan waard – juist nu de schijnbare nederlaag ruimte schept voor een rol die misschien dichter ligt bij de oorspronkelijke roeping van NSC dan welke Kamerzetel ook.