Op ons eerste jaarsymposium De Heruitvinding van het Westen spreekt onderzoeksjournalist Mirjam de Rijk over haar onderzoek naar de stille maar ingrijpende invloed van private equity op onze publieke sector en economie. In haar boek Gekaapt door het kapitaal laat ze zien hoe kapitaalkrachtige investeerders steeds vaker grip krijgen op kinderopvang, zorg en andere publieke voorzieningen — met grote gevolgen voor het algemeen belang. In aanloop naar het symposium sprak ik met haar over de politieke traagheid, mogelijke tegenbewegingen en wat er nodig is om de publieke sector weer echt publiek te maken.
U spreekt op ons symposium ‘De heruitvinding van het Westen’. Wat betekent die titel voor u in relatie tot de thema’s van uw boek Gekaapt door het kapitaal?
“Als je ‘het westen’ opvat als de landen die al decennialang vooroplopen in de mate waarin ze kapitaal alle ruimte geven – Nederland is één van die landen – dan laat mijn boek zien dit kapitaal (of eigenlijk de eigenaren daarvan) hard bezig zijn de samenleving en de economie letterlijk op te kopen. ‘Heruitvinding’ gaat dan over: hoe zorgen we dat de samenleving weer iets van ‘wij met z’n allen’ wordt, en niet van degenen met het meeste geld.”
In uw boek beschrijft u hoe de publieke sector en het ondernemerschap steeds meer onder invloed zijn gekomen van kapitaalkrachtige partijen. Wat was voor u het moment waarop u dacht: hierover moet ik schrijven?
“Het was de optelsom: stukjes die ik in de krant las over organisaties die in handen kwamen van opkopers, maar ook wat ik om me heen zag gebeuren: de fysiotherapeut die opeens niet meer van zichzelf was maar van private equity, of kinderopvangorganisaties die plots van Partou zijn, of dat bij de dokter een foldertje hangt van Mindler, die GGZ-behandelingen aanbiedt, en Mindler is ook weer van private equity.”
U laat in uw boek zien hoe zorginstellingen, kinderopvang, woningcorporaties en energiebedrijven zijn ‘gekaapt’ door investeerders. Wat is volgens u het meest onderbelichte aspect van deze ontwikkeling in het publieke debat?
“Dat het geen investeerders zijn maar rendementzoekers: het gaat de eigenaren in de eerste, tweede en derde plaats om het rendement. De manier waarop er rendement gemaakt wordt steekt vaak anders in elkaar dan veel mensen denken: het zit bijvoorbeeld in het met-veel-winst-doorverkopen.”
Veel mensen ervaren dagelijks de nadelige gevolgen van marktwerking in de publieke sector. Toch blijft grootschalige hervorming vaak uit. Wat verklaart volgens u die politieke traagheid of terughoudendheid?
“Dat heeft denk ik met drie dingen te maken: met de lobbykracht van die kapitaalkrachtige partijen, met mythes (bijvoorbeeld dat dit dé manier is om te kunnen investeren in de publieke sector) en met bestuurlijke luiheid: ‘oh wat ingewikkeld, laten we maar niet aan dit onderwerp beginnen’.”
Welke concrete maatregelen zijn volgens u het meest urgent om de publieke sector weer echt publiek te maken?
“Het simpelste zou een verbod zijn op organisaties die een winstoogmerk hebben, maar dan tref je ook kleine ondernemers in zo’n sector, en dat is vaak niet de bedoeling. Stel om te beginnen hele strenge eisen, bijvoorbeeld over totale financiële transparantie, ook van alle BV’s die er omheen hangen. De opkopers financieren hun aankoop vaak met schuld, dus niet met eigen geld. Door financiële eisen te stellen kun je het voor rendementzoekers onaantrekkelijk maken.
Naast natuurlijk een meer moreel debat: dit soort eigenaren hoort in de publieke sector niet thuis, en eerlijk gezegd ook niet in bedrijven. Want dergelijke opkopers maken ook bedrijven kapot.”
Uw boek suggereert dat het mogelijk is om economische structuren te herzien. Waar ziet u in Nederland (of daarbuiten) inspirerende voorbeelden van succesvolle tegenbewegingen of alternatieve modellen?
“In m’n boek draag ik, met behulp van veel mensen die ik sprak, verschillende oplossingen aan. En vaak gaat dat niet om echt alternatieve modellen maar sluit het erg aan bij hoe de publieke sector in Nederland decennialang georganiseerd is geweest: stichtingen zonder winstoogmerk die publieke taken uitvoeren en daarvoor publiek geld krijgen.”
U bent zowel journalist als beleidsanalist. Hoe ziet u de rol van onderzoeksjournalistiek in het aanjagen van maatschappelijke en politieke verandering?
“Nou, eerlijk gezegd valt dat soms een beetje tegen. Mijn boek is gelukkig heel breed opgepakt en ik word op heel veel plekken uitgenodigd om erover door te praten. Maar er staan heel vaak zeer onthullende verhalen in de krant die – tot mijn verbazing – helemaal niet worden opgepikt door de politiek. Je moet dus nooit denken dat je door een boek of een stuk meteen de wereld verandert, maar het kan wel een klein begin zijn. “
Tot slot: Wat hoopt u dat het publiek meeneemt uit uw lezing en welk gesprek zou u graag in gang zetten?
“ Ik hoop dat mensen, net als ik, voortaan altijd even stilstaan bij de vraag: bij wie komt dit publieke geld eigenlijk terecht? Wie betaalt en wie profiteert? Waardoor is wonen bijvoorbeeld zo duur? En dat mensen vaker door de lobbyverhalen heenkijken.”